donderdag 26 november 2015

mag ik alstublieft gelukkig zijn?

Het koffietentje waar ze zaten was rumoerig, maar op een heel plezierige manier. Ze hadden koffie besteld, en allebei een brownie met slagroom, en keken even naar de anderen aan de tafeltjes om zich heen. Veel meiden die de helft jonger waren dan zij, een paar jonge gasten met laptop en beginnend baardje, veel glimlachen en een paar ernstige blikken. Fijne lounge muziek klonk zachtjes uit speakers. Grote Stad anno nu, dacht Jane. Zou het nu veel anders zijn dan toen wij hun leeftijd hadden? Het interieur van deze tent leek in elk geval op niet waar ze ooit koffie had gedronken hier, toen ze op school zaten. Retro bestond toen nog niet, tenminste geen verlangen naar de jaren 70... Ze keek even naar haar vriendin, die in de inmiddels gearriveerde koffie roerde met het bijgeleverde lepeltje. Haar koffie had opgeschuimde melk, en Esther mixte het langzaam door de koffie, die nu een lichte mokka kleur had gekregen. Jane blies in haar eigen gitzwarte brouwsel.
"Zin in?" vroeg Esther.
"Ja!" lachte Jane.
"Lekker he, dat wij dit kunnen doen... Koffie drinken doordeweeks in een tentje in de stad..." Esther lachte terug, en nam een slok van haar mokka mengsel.
"Voelt bijna als spijbelen..."
"Spijbelen? Echt?"
Jane voelde zich rood worden, alsof ze was betrapt.
"Ja, weet niet..." ze keek naar Esther, die haar vragend bekeek. Zoals Esther haar heel vaak vragend bekeek. Indringend, maar vriendelijk. Want hoewel ze al 30 jaar vriendinnen waren, was er nog heel veel wat de een niet helemaal begreep bij de ander. Misschien dat dat hun vriendschap zo interessant hield, had Jane bedacht. Hoe werken die dingen?

Ze hadden allebei volwassen kinderen, en een paar dagen in de week waar ze niet werkten. Jane gescheiden, Esther soort van gelukkig getrouwd. Ze hadden elkaar leren kennen op de opleiding die ze deden na de middelbare school, toen ze allebei zeventien waren, en geen idee hadden wat ze wilden doen met het leven. Ideeën te over, idealen ook. Esther wilde als maatschappelijk werkster de samenleving redden, Jane wilde eigenlijk 'iets met kunst' gaan doen, maar durfde niet. Uiteindelijk werkten ze allebei even bij dezelfde instelling, maar toen Jane drieëntwintig was vertrok ze naar Engeland en Esther kreeg een zoon. Ze verloren elkaar een paar jaar uit het oog, omdat het leven nou eenmaal harder trok, maar de kaarten met verjaardagen bleven, en ze schreven af en toe een brief, en toen Esther met haar gezin op doorreis was naar Wales, belde ze Jane of het gelegen kwam dat ze koffie kwam drinken in het stadje waar ze inmiddels woonde. En zo begon hun vriendschap weer opnieuw.



"Heb jij dat nooit dan? Dat je voelt dat je eigenlijk heel andere dingen zou moeten doen? De afwas, of iets nuttigs..."
"Wat is dan nuttig?"
Jane keek naar Esther, die een hap nam van haar brownie. Het genieten sprong van haar gezicht.
"Nou ja, alles wat niet op de bank zitten met een boek is, of uit het raam starend naar de vogeltjes in de tuin... Of.."
"Twee uur in bad zitten en er steeds warm water bijdoen?"
Jane lachte hardop. "Ja, dat..."
"Want?"
"Want wat?"
"Nou, wat gebeurt er dan, als jij met een kop koffie op de bank zit en naar de vogeltjes in de tuin kijkt?"
"Ja, niks..."
"Nou dan..."
"Ja maar dat is het hem juist..." Jane lachte, wetend waar dit gesprek op uit zou monden. Ze hadden hem al vaak gehad, omdat ze er niet helemaal uitkwamen. Nou ja, ze stemden in om het er niet over eens te zijn, zo iets.
"Ik denk steeds aan mijn moeder die altijd maar iets nuttigs doet, mensen helpt, er is voor iedereen. En iedereen vindt haar super. En wat doe ik? Ik ga een keer er week op bezoek, heb amper contact met de buren, doe niks buiten de deur behalve mijn werk, en dat is al meer dan genoeg voor mij..."
"En dat is fout?"
"Is het wel genoeg?"
"Voor jou toch wel, zei je net?" Esther drukt met haar wijsvinger kruimels tegen het bordje om ze even later naar naar mond te brengen.
"Ja, maar... Hoor ik het niet veel drukker te hebben? Ik heb geen kleine kinderen meer, Eddie en Dylan zijn het huis uit, dus ik heb tijd genoeg om me in te zetten voor de maatschappij."
"Heb je daar zin in dan? Is dat wat je graag wil?"
"Soms..." Jane trekt een mondhoek omhoog, een glimlach veinzend. "Soms mis ik het gewoon om nuttig te zijn. Toen de jongens nog klein waren was ik nuttig... Zij hadden me nodig, en Mark had me nodig, dacht ik... Hoopte ik... En op m'n werk ben ik ook wel nodig, maar toch. Ik ben enorm vervangbaar, daar heb ik echt geen illusies over..."
"Dus je wil nuttig gevonden worden?"
"Gedeeltelijk..." Jane keek naar haar vriendin. "Jij niet dan?"
"Vroeger wel, ja. Maar daar ben ik nu wel vanaf... Werd er een beetje gek van, al dat nuttig zijn, voor iedereen, en het was nooit goed. Was je er niet snel genoeg, beginnen ze te zeiken dat je er niet was... Ik doe nu wat ik wil, waar ik me goed bij voel en dat werkt prima."
Ook daar waren ze al een paar keer beland.
Jane keek naar de twee vriendinnen naast hen, die de kaart aan het doornemen waren, en bespraken wat ze zouden nemen. Een jaar of achttien waren ze, zo schatte Jane. Aan het begin van hun volwassen leven. Een klein beetje jaloers was ze wel, op de kansen die deze meiden in het verschiet stonden. Op de mogelijkheden, en hun jeugd. Waar was in godsnaam die van haarzelf gebleven?

"Ja, ik snap jou wel, en dat geloof ik ook helemaal, alleen, het is net alsof ik op de vingers wordt getikt, telkens als ik dingen doe die ik wil, en niet meteen nuttig zijn. Ken je dat?"
"Alsof er een meester of juf over je schouders meekijkt en je bestraft of beloont?" Esther was achterover gaan zitten op de net niet heel comfortabele stoelen.
"Ja, of God?"
"God?"
"Ja, zoals we die op school leerden? God die op zijn wolkje zit en over de mensheid uitkijkt, en de heel dag zit te straffen?"
"Ik doe niet aan God, dat weet je..." Esther lachte.
"Ja, weet ik wel, maar bij mij zit ie kennelijk nog in m'n systeem..."
"God..."
"Op z'n wolkje..."
"Dan donder je hem toch van zijn wolkje af?"
"Wat?!"
"Of mag dan niet?" Esther keek Jane indringend aan.
"Jij wel..."
"En jij niet?"
Jane beef stil, roerde de laatste druppels koffie over de bodem van haar kopje en keek naar buiten.
"Wat is er?"
"Niks..."
"Wat heb ik gezegd?"
"Niks..."

Jane was terug in de tuin van haar kleuterschool, waar ze speelde, en plezier had. Ze was moddertaartjes aan het maken, en mengde met een stokje blaadjes en takjes door de blubber die ze in een oud bakblik had gedaan, en een meisje uit haar groepje bedacht dat zij ook wel mee wilde doen. Jane had eigenlijk geen zin, wilde liever in haar eentje maar durfde niets te zeggen. Ze wist dat dit meisje makkelijk boos werd, dus liet ze haar maar. Het meisje nam langzaam maar zeker het hele moddertaartjes feestje over van Jane, die steeds verder weg kwam te zitten van haar bakblik vol blaadjes, en hoe het gebeurde wist ze niet meer, maar plotseling had ze het blik vast en kieperde de hele inhoud terug op de grond en smeet het blik een eind verder de modder in. Het meisje begon te huilen, en bij het omhoogkijken zag Jane de priemende ogen van de juf. Ze vroeg met een boze stem waarom ze dat had gedaan, en Jane haalde haar schouders op. Ze wist het echt niet. Ze deed zoiets nooit! Maar de juf had daar geen boodschap aan en stuurde Jane voor straf naar binnen, en sprak haar de rest van de dag alleen als het nodig was. Het was Jane nog lang bijgebleven, de straf die zij kreeg omdat zij iets niet pikte. Maar eigenlijk zat haar hele jeugd vol met dit soort voorvallen. Straf. Schaamte. Boete doen. Nooit heel heftig, nooit met lichamelijke pijn, maar de schande was er wel, en de heftigheid ervan woog zwaar voor haar. Zwaarder dan wellicht de bedoeling was, maar de toon was gezet, en Jane was altijd beducht op haar gedrag.

"Ik wou dat ik niet steeds om toestemming hoefde vragen..." sprak ze zachtjes.
"Hoe bedoel je?" Esther had intussen nog twee koffies besteld.
"Dat ik net als jij gewoon mezelf kon zijn... Zonder dat er iemand klaar zit om me te bestraffen..."
Esther lachte. "Denk je dat dat bij mij in een keer kwam?"
"Nee, dat weet ik wel..."
"En waar denk je dat die bestraffende God eigenlijk zit?" Esther keek om zich heen. "Die zit niet hierbuiten, of daar," ze wees naar de grote kerk die vanuit het raam zichtbaar was, "die zit bij jou vanbinnen..."
Jane knikte lachend.
"En je mag gewoon tegen m zegen dat ie z'n kop moet houden... Dat je er niet meer naar luistert... Dat je naar je stem van liefde luistert... Je Hogere Zelf..."
"Haleluja!" riep Jane, waarna ze allebei de slappe lach kregen.
"Anyway, wat wilde je eigenlijk gaan doen zo?" vroeg Esther na een tijdje, toen ook de tweede koffie op was en de buitenwereld lonkte. En Jane dacht even na.
"Iets totaal nutteloos..."
Esther haakte haar arm in en samen liepen ze naar de dichtstbijzijnde schoonheidssalon. "Ik trakteer!"






Geen opmerkingen: